Klaas Tot (2) 1913 – 1953

Overgrote belangstelling bij begrafenis van Klaas Tot

Bijna een derde deel der bevolking van West volgde de baar.

 

Op het hoogste punt van Terschelling, op de vuurtoren Brandaris, waait de Nederlandse driekleur halfstok. Zij klappert in de stevige Noordwester, die af en toe een venijnige regenbui over het dorp jaagt en dan de lucht weer schoon veegt. Ook de slepers van Doeksen in de haven dragen het teken van rouw aan hun vlaggenmasten. Er is droefenis op het eiland om het verlies van schipper Klaas Tot, die ten grave wordt gedragen.

Klaas Tot werd gistermiddag op Terschelling onder overweldigende belangstelling ten grave gedragen. De vuurtoren Brandaris had de vlag halfstok gehesen.

Dan buigt de stoet af naar de Willem Barentskade. Daar ligt de reddingboot “Brandaris” aan zijn trossen te rukken; het notendopje, waarmee Klaas Tot 131 keer voor poging tot redding is uitgevaren. Bijna 200 mensenlevens heeft hij gedurende een tiental jaren mee uit de klauwen van de woedende elementen weten te redden.

Ter hoogte van de reddingboot stopt de stoet. Van het dek van de “Brandaris” maakt zich een figuur in donkerblauwe battledress en met een zeemanspet los. Stuurman Jaap de Beer draagt een grote witte bloemenkrans van de boot naar de koets en legt hem met een verbeten trek om zijn mond op de kist. De laatste groet van een schip en bemanning…..

Aan de groeve werd allereerst het woord gevoerd door de voorzitter der plaatselijke commissie van de Kon. N.Z.H.R.M., burgemeester H. Wielinga van Terschelling. Grote deernis met de familie en droefheid over het tragische ongeluk beheersen ons allen, aldus de burgemeester.

De directeur der Kon. N.Z.H.R.M., de heer H. Th. de Booy, roemde de capaciteiten als reddingbootschipper van Klaas Tot. Hij had het vertrouwen van zijn bemanning, van de plaatselijke commissie en het hoofdbestuur en bovendien had hij de bewondering van het Nederlandse volk. De naam Klaas Tot staat in de annalen der reddingmaatschappij geschreven bij die van de grote mannen, die hem zijn voorgegaan. Geen storm was hem te zwaar, geen moeilijkheden waren te groot. Alle stations, botenhuizen en boten der reddingmaatschappij vlaggen vandaag halfstok, zei de  directeur, als hulde aan deze grote redder. Klaas Tot vangt zijn laatste reis aan. Dat hij een behouden thuiskomst moge hebben.

Namens de collega’s sprak Klaas Toxopeus van de ‘Insulinde” uit Oostmahorn enkele gevoelige en eenvoudige woorden. Een neef van de overledene dankte voor de belangstelling en de goede woorden. Tot slotte sprak ds. J. Struys, Ned. Herv. predikant te West-Terschelling het Onze Vader uit.

Na afloop der begrafenis leidde ds. Struys in het kerkgebouw zijner gemeente een korte rouwdienst naar aanleiding van de eerste regels van Psalm 121.

Bron: Leeuwarder Courant 11-9-1953