Herdenking verongelukte redders van de Brandaris 1 (1)

Herdenking verongelukte redders van de Brandaris 1 (1)

Afgelopen zaterdagochtend stond er bij het station van de KNRM in de Klaas van Stevenstraat op West Terschelling een herdenkingsplechtigheid plaats. De aanleiding hiervoor was het feit dat 100 jaar geleden de reddingboot Brandaris met aan boord de vier redders Albert Tot, Ferdinand Kies, Rink Dijkstra en Steven Wiegman met man en muis verging. Alleen het stoffelijk overschot van Steven Wiegman spoelde aan bij de dijk bij Harlingen. Van de andere mannen en de boot ontbreekt tot op de dag van vandaag ieder spoor.

Arie Visser naast de Brandaris 2 tijdens het uitstrooien van de witte anjers

Wonderboot

Na een kort welkomstwoord van Cees Meijvogel was het woord aan burgemeester Caroline van de Pol. “Goed om vandaag bij elkaar te zijn, hoewel de aanleiding natuurlijk uitermate verdrietig is. Het is vandaag precies 100 jaar geleden dat ons reddingschip de Brandaris, met zijn bemanning, is vergaan. De Brandaris werd een wonderboot genoemd. Het was een nieuw fenomeen, een motorreddingboot, een sterk zeeschip, waarmee de zwaarste zeeën genomen konden worden. Uniek voor Nederland en zelfs Europa.”

Schok van ontzetting

“In het boek van Jan Heuff ‘Bravo Terschellingers’, dat terecht met de Lutineprijs is onderscheiden, heb ik veel kunnen lezen over de Brandaris en het reddingwezen”, vervolgde de burgemeester. “Ook wordt onder andere de offerte van de scheepswerf Goedkoop uit Amsterdam vermeld. 23.400 gulden was in die tijd een enorme investering. En dan komt die 21e oktober 1921. Tot ver buiten Terschelling dreunde een schok van ontzetting. Een boot en een bemanning met een geweldige reputatie, die keer op keer de woeste zee trotseerden, verging. En vandaag herdenken we dat viertal. Weduwen en/of ouders ontvingen de erepenning voor ‘Menslievend Hulpbetoon’, maar, minstens zo belangrijk, van allerlei instellingen en uit alle lagen van de bevolking kwamen er giften binnen ter ondersteuning van de achtergeblevenen.”

Trots

“ons eiland is omringd door water”, ging ze verder. “Ik ben gek op de zee. Ik heb echter, in het jaar dat ik hier nu woon, de zee ook anders leren kennen. Het kan ook een ferme tegenstander zijn, zo getuigen de acties van een paar maanden geleden. Alle hulpverleners doen hun wek met hart en ziel. Bij dat werk is de zee een onberekenbare factor die het werk gevaarlijk maakt”. “de kapitein van de Liesbeth, het schip waarvoor de Brandaris honderd jaar geleden uitvoer, heeft eens geschreven: ‘Er zijn veel schepen, maar er is maar één leven’. Laten we vandaag met elkaar herdenken, verdrietig zijn, maar ook trots op het feit dat er al bijna tweehonderd jaar vrijwilligers de zee op gaan om, vaak onder bare omstandigheden, mensen te redden'”

Bloemenhulde

Aansluitend was het woord aan Martinus Kosters van de stichting Museumreddingboot Terschelling. Hij keek terug naar het jaar 1910, waarin Terschelling de beschikking kreeg over een motorreddingboot. “Scheveningen beschikte weliswaar sinds 1907 over een motorreddingboot, maar de Brandaris was beduidend meer reddingboot dan de Jhr. Mr. J.W.H. Rutgers van Rozenburg. Groot was dan ook de verslagenheid toen bleek dat de Brandaris tijdens een reddingtocht naar de Liesbeth in 1921 op onverklaarbare wijze was verongelukt waarbij de vier bemanningsleden verdronken. Met respect voor hen en de overige redders die hun leven gaven tijdens reddingsacties, zullen we straks op zee een bloemenhulde brengen vanaf de huidige museumreddingboot Brandaris 2. Als stichting zijn we er trots op dat zowel de Rutgers als de Brandaris dankzij de inspanningen van Jan Heuff een plek hebben gekregen aan de steiger van onze stichting in de haven op West.”

Bewonderenswaardig

Vervolgens sprak Anneke Salden namens de directie van de KNRM uit IJmuiden de aanwezigen toe. “We kijken vandaag terug op een van de zwartste bladzijden in de historie van de KNRM en de reddingstations op Terschelling in het bijzonder. Honderd jaar geleden op 23 oktober 1921 stond er al een paar dagen een zware noordwesterstorm op de Noordzee. Op West lag de Brandaris klaar om uit te varen. De boot was, samen met de twee stoomreddingboten in Hoek van Holland, het trotse vlaggenschip van de reddingvloot. De bemanning bestond voornamelijk uit vrijwilligers, zoals dat sinds de oprichting van de KNRM in 1824 gebruikelijk was. Wel kregen de schipper en de machinist een vergoeding, maar zij mochten daarnaast een andere baan hebben. Het is bewonderingswaardig dat er al zo lang mensen bereid zijn vrijwillig aan boord te stappen om mensen in nood te helpen. Ondanks de grote gevaren die zij op zee lopen. In de Eemsmond verging de loodsboot en tussen Texel en Vlieland strandde zeilschip Liesbeth. De reddingboot Brandaris werd daarvoor gealarmeerd. Het zou de laatste keer zijn dat deze prachtige boot de haven verliet.”

Plaquette

“Op de plaquette die we hier straks gaan onthullen staan de namen van de vier opvarenden van de Brandaris”,  vervolgde Salden. “Op de plaquette staan ook de namen van acht andere omgekomen West-Terschellinger KNRM-redders: vijf slachtoffers van de op 3 oktober 1880 gekapseisde roeireddingboot en drie namen van de redders die verdronken toen hun roeireddingboot omsloeg op 24 november 1908. Allen vertrokken vanuit het reddingstation West-Terschelling en kwamen niet meer terug.”

Jan Ruijg

In de bijna 200 jaar dat de KNRM bestaat, hebben in totaal 69 redders hun leven verloren bij pogingen anderen te redden, vertelde Salden. “Dertien van hen zijn Terschellingers. Vandaag herdenken wij hen allemaal. Naast de twaalf zojuist benoemde redders, staan we vanmiddag speciaal stil bij de laatste redder die dit noodlot veertig jaar geleden trof. Jan Ruijg, van het reddingstation Paal 8 op Terschelling. We doen dat samen met de kinderen die hij achterliet.”

Saamhorigheid

Salden gaf aan dat we ons nog altijd verbonden voelen met de onfortuinlijke redders van vroeger. “Zij staan in ons geheugen gegrift en straks hier op de plaquette in brons gegoten. Daarom is dit herdenken zo belangrijk, opdat we weten dat er mensen zijn die eerst aan de ander hebben gedacht en daarna pas aan zichzelf. Wij gedenken hen allen met grote bewondering en eerbied. En we zijn in gedachten bij de families die tot in lengte van jaren een lege plaats in hun midden hebben moeten ervaren. Daarom zijn we heel blij dat veel nakomelingen aanwezig zijn. Dat gevoel van samen zijn en saamhorigheid in goede en slechte tijden, ook dat past bij de KNRM familie en daar zijn we trots op. Mede namens de directie van de KNRM en de vrijwilligers van de reddingstations van Terschelling dank ik u voor uw aanwezigheid vandaag bij deze herdenking.”

Onthulling

Salden nodigde vervolgens mevrouw Kies, echtgenote van de kleinzoon van Ferdinand Kies uit om naar voren te komen voor de onthulling van de plaquette aan de muur naast de toegangsdeur van het KNRM-station. “Ik voel me zeer vereerd om deze handeling te mogen verrichten. Wij voelen ons na al die jaren nog steeds betrokken bij de KNRM en bij het werk dat de vrijwilligers verrichten”, aldus mevrouw Kies, die vervolgens de KNRM-vlag verwijderde en de plaquette onthulde.

Witte anjers

Hierna begaf het gezelschap zich naar de steiger en werd de groep verdeeld over een drietal boten. In formatie voeren de Brandaris 2, de Arie Visser, de Frans Hogewind en de Graaf van Bylandt (reddingboot van Vleiland die stand-by meevoer, red.) naar de boei Schuitengat 20, waar de herdenking op zee plaatsvond. De boten werden in sterfiguur geformeerd, en nadat het belsignaal had geklonken werden er witte anjers uitgestrooid en werd er een minuut stilte in acht genomen. Nadat de boten twee keer in een cirkel om de uitgestrooide bloemen heen waren gevaren zette men koers naar de haven van West en werd er in het station West nagepraat onder het genot van een kopje koffie.

Tekst en foto copyright Weekblad de Terschellinger

28-8-2021