Gerben Tot 1936 – 2012

“Luis in de Pels” Gerben Tot verguld met Oscar

Bij de gemeente Ooststellingwerf werd hij een die “rottige, lastige Tot” genoemd Voor hem is het een geuzennaam. “Er spreekt ook respect uit, ik weet waar ik over praat en ik vecht voor mijn mensen. Dat wordt me niet altijd in dank afgenomen. Er is een verschil van belangen en dat botst.” Vorige week beloonden “zijn” mensen, de Friese gehandicapten en arbeidsgehandicapten, hem met een Oscar. Een schouderklopje, dat zegt mij meer dan een lintje van de koningin. Die kent mij niet eens”, zegt Tot.

Gerben Tot uit Oosterwolde zit sinds 1970 in de WAO. “Toen werd de WAO in sommige gevallen verkeerd gebruikt. Met name werkgevers dumpten wel eens hun overbodige arbeidskrachten”. Tot zelf, die na drie rugoperaties wegens gescheurde wervels de strijd op de arbeidsmarkt op moest geven, was vanaf 1980 getuige getuige van de afbraak van de WAO, een onderdeel van een steeds verder om zich heen graaiend politiek virus van de vrije marktbewerking. “Wat ik zie zijn Amerikaanse toestanden. En in zo’n systeem zijn de afhankelijke de klos. De zwakken worden vermalen tussen de wetten, die uitgedacht worden  door mensen, die blijkbaar iedere menselijkheid ontberen. Zij kennen het spanningsveld tussen theorie en praktijk niet, maar zij scheppen het wel. Hun op de universiteit gevormde hoofd zit te ver van de voeten, de basis, gemonteerd. Ze snappen niet wat het betekent voor bijvoorbeeld een gehandicapte, die altijd eigen vervoer had, om nu gebruik te moeten maken van een taxikaart. Na 600 kilometer per jaar en hoe snel heb je dat aantal bereikt, ben je de rest van het jaar veroordeeld tot de geraniums. Dat is onrechtvaardig en daar vecht ik tegen.
Over de afbraak van de WAO kan Tot een simpel praktijkvoorbeeld geven. Het is zijn eigen verhaal. “Toen ik in 1970 in de WAO kwam had ik tien procent meer inkomen dan nu. Ik kreeg een autovergoeding, een aangepaste stoel en hoefde geen wegenbelasting te betalen. Er is mij in de loop der jaren steeds meer afgepakt. En nu heb ik niets meer van dat alles”.

Gerben Tot is mondig. Hij kent de weg in de sociale wetgeving als zijn broekzak en studeerde daar ook voor. Ik ben gespecialiseerd in de ziektewet, WW en WAO en daarnaast weet ik heel veel van beroep gerelateerde ziektes. Bij beroepszaken kom ik altijd goed beslagen ten ijs. Van alle zaken, die ik aangespannen heb, heb ik bijna 70 procent gewonnen. Ter vergelijking, de ‘”normale” advocaten scoren in beroepsprocedures tegen de  bedrijfsverenigingen gemiddeld 35 procent.” Het is dan ook geen verrassing dat de Bond Arbeidsongeschikten en Gehandicapten (BAG) al meer dan 2000 leden kent, verspreid over het hele land. De Oosterwoldiger startte met zijn vrijwilligerswerk, toen hij in de WAO belandde. Eerst bij de gehandicapten bond Friesland (GBF), maar dat verwaterde steeds meer. Het GBF vergrijsde en de accenten verschoven van daadwerkelijke hulp steeds meer naar het organiseren van reizen en bingoavonden. Op zich nuttig werk, maar ik kon mijn werk niet meer doen. Ik ben daar ook met de nodige heibel uitgestapt, want ik wilde daadwerkelijk helpen.” Dat kon, want zijn “klantjes” richtten in 1985 BAG op. “Zij wilden mij niet kwijt. En de bond groeide als kool. ” Werk was er voldoende en het stapelde zich zelfs op omdat de politiek in Den Haag met name de sociale wetten als WVG en WAO steeds meer ging uitkleden tot het kale karkas.
“Kijk, er zijn allerlei beroepsziektes”, vervolgt Tot. “Chauffeurs bijvoorbeeld hebben bijna altijd rugklachten, bouwvakkers zitten ook met fysieke problemen, maar journalisten bijvoorbeeld kunnen psychisch in de knoop raken. En bijna al die ziektegevallen zijn te voorkomen, maar daar werkt de politiek niet aan. Pak de problemen aan op de werkvloer, maar dat gebeurt niet. De economie moet draaien. Werknemers worden tot het uiterste gedwongen en de afvallers? Zo blijft het dweilen met de kraan open. Heden ik. morgen gij. En ik kan absoluut niet tegen onrechtvaardigheid. De mensen, die politiek bedrijven, proberen iedere keer weer de zwakken te pakken. Nu de WAO nagenoeg uitgekleed is, zie je allerlei verschuivingen in de hulpvraag, want na de WAO is nu bijvoorbeeld de gezondheid aan een striptease bezig, want de afbraak van de verzorgingsstaat gaat maar door.”
Het oprichten van een specifieke belangenpartij als bijvoorbeeld de Ouderenpartij wijst Gerben Tot van de hand. Er zijn wel eens gedachten geweest over een partij voor uitkeringsgerechtigden. Dat zou een grote partij zijn. Ik zie de politiek bedrijven niet als belangenbehartiging. Politiek is breder. Dat zag je aan de  ouderenpartij, want je moet overal over mee kunnen praten. Gehandicapten vormen bij elkaar weer een mengelmoes en dan heb je zo onenigheid. Ik ben wel keihard tegen politici, maar wel op basis van kennis. Mijn ervaring is dat je met zoete broodjes bakken niets bereikt. Goed doordacht er tegen in gaan met de wet in je rug. Rustig en precies vertellen, waar het op staat. En je niets aantrekken van de status van iemand. Ik ben recht door zee en in de rechtszaal zorg ik door mijn recht voor zijn raap uitspraken voor vuurwerk. Ik doe nooit ingewikkeld.”
Gerben Tot kent bijna iedereen die bij de rechtbank werkt of voor de bedrijfsverenigingen. Na al die jaren met aanvaringen zou je kunnen denken, dat niemand meer met Tot door een deur zou willen gaan. Dat is niet waar, verzekert hij. “De wet uitvoeren is mensenwerk. De een legt de wet anders uit dan de ander. Zo is de ene ambtenaar bij het GAK heel wat strikter en minder soepel dan de ander. Dat geldt ook voor de rechter op. Ik moet voor mijn cliënt er de beste resultaten uit zien te halen. Bij het GAK en GMD is men in de loop der jaren ook veel opener, eerlijker geworden. Er heerst wederzijds respect'”
Bij de gemeente Ooststellingwerf ligt het anders, vertelt Tot. “Daar kunnen ze mij wel schieten. Wat ik daar voor mijn cliënten doe, wordt niet altijd in dank afgenomen. Nel Burgstede, de wethouder van sociale zaken, kan mijn bloed wel drinken. Een vergadering van de commissie WVG is een keer uit de hand gelopen. Ik kreeg een forse aanvaring met haar. Na die aanvaring was zij voorzitter af. Misschien krijg ik daarom ook geen lintje. De mensen van het BAG hebben een verzoek ingediend voor een lintje, maar zij hebben er nooit meer van gehoord'”
Gerben Tot moet er om lachen. Hij gaat onverdroten voort. Hij is de luis in de pels van de politiek en voelt zich een Don Quichotte, die vecht tegen de windmolens. “Zo voel ik me wel. Vechten tegen een overmacht. Ik zal heus niet altijd gelijk hebben, omdat er bepaalde belangen zijn die ik niet doorzie, maar ik blijf vechten voor mensen, die in de verdrukking gebracht worden. Daarom ben ik ook zo blij met die Oscar, daar spreekt voor mij de ware waardering uit.”